Het Spuihuisje

 

Het Spuihuisje

In 1361 besloot het stadsbestuur van Enkhuizen om een binnenhaven te graven nadat eerder een groot deel van de Enkhuizer vissersvloot op de Dijk was kapotgeslagen. Van deze binnenhaven is alleen het zuidelijk deel bewaard gebleven (Zuider Havendijk).

Om in deze haven te komen werd op de plek waar nu het Flessenscheepjes Museum ligt een opening gemaakt in de Westfriese Omringdijk (Schagen via Heerhugowaard – Medemblik – Hoorn – Enkhuizen). Deze opening werd afgesloten met een houten valdeur (schuif) welke bij hoog water als gevolg van storm werd neergelaten. Door de getijde wisselingen op de aangrenzende Zuiderzee werd er bij een geopende schuif zodoende automatisch gespuid. Het z.g. “Spuihuisje” dat aan het begin van de 17e eeuw werd gebouwd ontleent hieraan zijn naam evenals de straat waaraan het ligt (“Zuiderspui”).

De haven deed eeuwenlang dienst als lokale markt (vis, melk) aangevoerd in roeiboten. Zeilschepen moesten hun mast strijken om onder de schuif door te kunnen varen..

De wapens, die als gevelstenen tegen de voorgevel van het Spuihuisje zijn aangebracht, zijn van Hoorn (de hoorn), het huis van Oranje (meer precies Nassau en wordt toegeschreven aan Maurits), het gewest West-Friesland (twee leeuwen op een blauw veld), Enkhuizen (drie haringen met kroontjes) en Medemblik (gouden balk op een zwart veld). Deze overheden hadden belang bij het goed functioneren van de waterkering (de schuif)

Kijkend in de richting van het huidige IJsselmeer ziet u de zeesluis welke in 1820 werd aangelegd. Het Zuiderspui verloor toen haar functie als waterkering. De schuif is eind jaren ’70 nog gebruikt om de Zuiderhaven van het IJsselmeer af te sluiten teneinde onderhoudswerkzaamheden te kunnen verrichten aan de kademuren in de Zuider Havendijk.

De schuif is van eiken balken gemaakt en is ca 8 meter hoog en ca 5.5 meter breed. Bij hoog water kon men de schuif dicht doen door deze te laten “vallen”. Links en rechts (links nog te zien) zaten aan de zoldering hijsogen. Door de touwen te laten vieren zakte de schuif. Als de sluisdeur open moest werd de schuif door middel van touwen weer opgehesen, wat qua timing een secuur werk moet zijn geweest omdat het waterpeil aan weerszijden van de schuif ongeveer gelijk moest zijn. Meerdere mannen waren bij dit zware werk betrokken.

Begin 19e eeuw werd een smeedijzeren mechaniek geplaatst. Twee personen konden  toen de schuif bedienen. Door aan de slingers te draaien kon men de schuif open en dicht doen.
In 1932 werd de Afsluitdijk aangelegd; de Zuiderzee veranderde in IJsselmeer en Markermeer en de Westfriese Omringdijk had geen zee werende functie meer.

Tegenwoordig wordt de schuif niet meer gebruikt en is uit veiligheidsoverwegingen vastgezet.

Het “Spuihuisje” is een rijksmonument.